Om ongewenst bezoek (flikken, nazi-skinheads, knokploegen van de
eigenaar, dieven) tegen te houden, kan je het pand barricaderen. In het geval
van een woonkraak en zeker van een stille kraak is dit vaak onnodig en zelfs
onwenselijk. Per slot van rekening wil niet iedereen in een bunker wonen (je
wil bv. meer daglicht in huis of je hoopt op een “fluffy” en minder agressief
imago).Voor een politiek pand of een eerste kraak in een stad kan het echter
geen kwaad goed te barricaderen. Sowieso is enige kennis over barricaderen
handig mocht je van plan zijn om je in te barricaderen naar aanleiding van
een ontruiming. Naast een barricade is een soort van alarmlijn een goede
verdediging: zorg dat je steeds enkele nummers van andere panden of
vrienden bij je hebt die je kan verwittigen.
Als iemand binnen wil geraken, zal die waarschijnlijk eerst de voordeur
uitproberen. Zorg ervoor dat die snel gesloten kan worden en verstevigd is
met een stalen plaat, een bedspiraal of stevige houten planken. Je kan de
deur ook extra stutten met een balk of een bouwstempel. Een venster kan je
barricaderen met een bedspiraal die je met spanvijzen bevestigt. Voor kleine
vensters zal je de bedspiraal op maat moeten knippen en vensters met een
metalen kozijn dien je extra te stutten. Een stalen “tochtstrip” op de
buitenkant van je deur voorkomt dat deze met een breekijzer kan geopend
worden. Beugels aan de binnenkant van de deur zijn sowieso aan te raden
naast een gewoon deurslot. Vergeet ook alle andere ingangen niet:
ontruimingen gebeuren wel vaker langs de achterkant van het gebouw.