yyDE ZOEKTOCHT NAAR WERK
Op onze vraag naar intensieve ondersteuning van de bewoners op hun zoektocht naar werk engageerden GroepIntro en Vokans zich om de bewoners de nodige bijstand te verlenen. Intussen hebben beide organisaties individuele trajecten opgestart. De bewoners krijgen nu hulp als ze hun cv opstellen en in de vacaturedatabank op zoek gaan naar een baan, werkgevers worden opgebeld en aangesproken, mensen worden begeleid bij een sollicitatie, … Daarnaast gaan sommige bewoners ook op eigen houtje of met ondersteuning van hun peter en meter solliciteren. Toch blijft werk vinden aartsmoeilijk voor laaggeschoolde mensen die nauwelijks Nederlands spreken en, in sommige gevallen, analfabeet zijn. Bovendien is de opstap naar een regelmatige en reguliere baan ontzettend hoog voor mensen met zeer weinig werkervaring en/of is de gezondheidstoestand van sommige bewoners een groot struikelblok. Toch is werk vinden cruciaal voor het verwerven van een eigen inkomen en zelfstandigheid.ERST KOMMT DAS FRESSENGoede basisvoorzieningen zijn onontbeerlijk als zo’n grote groep mensen samenwoont. Met Brecht in gedachten – “Erst kommt das Fressen und dann kommt die Moral” – hebben we in overleg met de KRAS-diensten de voedselvoorziening in het klooster opgestart. De vrijwilligers van de KRAS-diensten hebben samen met twee Romavrouwen een plan uitgewerkt om de bewoners in voedsel te voorzien. Het was niet makkelijk om de twee uiteenlopende leefwerelden op mekaar af te stemmen, maar het lukte. Aanvankelijk werden de voorraden in het klooster opgeslagen en beheerd door de bewoners zelf, maar dat bracht een grote workload met zich mee voor de vrijwilligers (in eerste instantie mensen van vzw Werkgroep Vluchtelingen Gent: zij moesten het voedsel ophalen op verschillende plekken en het naar het klooster brengen, en de voorraden volstonden vaak niet om ze gelijkwaardig over de gezinnen te kunnen verdelen). Bovendien maakte die manier van werken de bewoners afhankelijker in plaats van ze te versterken en ontstonden er bij de verdeling spanningen tussen de bewoners. Daarom hebben we beslist om dit systeem niet langer aan te houden. Toch proberen we de kleine kinderen nog altijd genoeg melk te geven en de schoolkinderen niet met een lege brooddoos naar school te sturen. In de mate van het mogelijke proberen we ze ook fruit (vitaminen!) te brengen, en ze eens in de twee weken vlees te bezorgen.
Er werden ook afspraken gemaakt omtrent het sorteren van afval (vuilniszakken zijn erg duur voor mensen met geen of weinig inkomen en containers plaatsen is niet goedkoper). Omdat veel bewoners geen SIS-kaart of medische kaart konden krijgen, waren gezondheid en toegankelijke gezondheidszorg voor de meeste bewoners een groot probleem. Wijkgezondheidscentrum De Sleep was bereid om de bewoners te helpen met hun meest prangende vragen op het vlak van gezondheid. Maar de kostprijs van medicijnen en behandelingen blijft een probleem. In de noodzakelijkste gevallen probeert de Werkgroep Vluchtelingen die op zich te nemen, maar dat is niet altijd mogelijk. Vooral tandheelkundige zorgen, zowel voor de kinderen als voor de volwassenen, zijn noodzakelijk, maar onbetaalbaar.
In de werkgroep huishouden zijn KRAS, Kind en Gezin, Wijkgezondheidscentra, REG, OCMW en vzw Jong betrokken.
SCHOOL EN LESSEN NEDERLANDS
Vanuit de werkgroep onderwijs kwam het signaal dat ouders, bij gebrek aan middelen, ‘zwart’ rijden met het openbaar vervoer. Daarbij riskeren ze boetes die, bij niet-betaling en na inschakeling van deurwaarders, hoog kunnen oplopen. Bij wijze van proefproject werden daarom tijdelijk buskaarten voorzien voor ouders die jonge kinderen begeleiden. Bij een aantal gezinnen leidde dit effectief tot een hogere aanwezigheid van de kinderen op school en tot meer comfort voor hun begeleiders. Maar er blijven nog heel wat problemen: sommige kinderen zijn ondervoed (door de jaren heen), andere zitten met een lege maag in de klas, er doen zich praktische problemen voor op het vlak van schoolmateriaal, de communicatie naar de ouders toe verloopt moeizaam, kinderen komen te laat op school, … Om die problemen aan te pakken, wordt samengewerkt met brugfiguren en BIEM’s (Brugfiguren Intra-Europese Migratie). Het is de bedoeling om de ouders, brugfiguren en BIEM’s in contact te brengen met de meters en peters. Zo zijn ook zij op de hoogte van de problemen in de school en kunnen ze die samen aanpakken.
In januari hebben vrijwilligers ook lessen Nederland opgestart in het klooster. Hiervoor werd een lokaaltje in het gebouw vrijgemaakt. De lessen vinden elke week plaats op woensdag en vrijdag. Vooral de jonge mama’s die het Nederlands weinig machtig zijn, wonen de lessen enthousiast bij. Het gaat om die mama’s die (omwille van kleine kinderen) niet in het reguliere circuit (= via VDAB of Huis van het Nederlands) terechtkunnen. We kunnen intussen rekenen op een vaste kern die regelmatig de lessen volgt. De lessen Nederlands zijn gericht op zelfredzaamheid en communicatie in het dagelijkse leven. De partners binnen de werkgroep onderwijs zijn ING, Integratiedienst Stad Gent, Brugfiguren en BIEM’s.
WONEN
We kwamen met verschillende partners samen rond het thema wonen met de dienst wonen van Stad Gent, Huurdersbond, CAW en Samenlevingsopbouw Gent.
Belangrijke vragen die we ons stelden wat betreft het thema wonen waren:
-Hoe kunnen we een betaalbare woning vinden (voor gezinnen met een baan of inkomen)?
-Wat met de mensen die nog in een traject zitten en geen inkomen hebben?
We kwamen snel tot het besluit dat het moeilijk is om wonen los te zien van zaken als inkomen of reële kans op tewerkstelling. Een inkomen is een voorwaarde voor reguliere huisvesting.
De bewoners die in de loop van het project een inkomen kunnen verwerven, kunnen een woning zoeken op de privéhuurmarkt. Maar ze zullen hoogstwaarschijnlijk te maken krijgen met de gekende knelpunten van die markt: een beperkt aanbod van betaalbare en kwaliteitsvolle woningen, te weinig grote betaalbare woningen, een hoge huurprijs, slechte woonkwaliteit, discriminatie, huisjesmelkers,… Voor de mensen die op 30 juni geen inkomen hebben, zit er eigenlijk niks anders op dan een pand te kraken of aan te kloppen bij de reguliere daklozenopvang, maar met kinderen is dat verre van evident.
Wij hopen dat de beleidsverantwoordelijken van diverse overheden en reguliere diensten bereid zullen zijn het gesprek aan te gaan om, buiten de reguliere kaders, op zoek te gaan naar innovatieve oplossingen voor deze groep. We hopen ook dat er effectief concrete engagementen zullen worden opgenomen.
Hallo, ik ben Michaela ! Ik woon in de Meulesteedsesteenweg 184. Het huis is een oud klooster. Binnen ziet het er groot uit. Wij spelen daar en wij hebben alles wat we nodig hebben.
Later zou ik graag dokter worden en burgemeester. Dan zou ik alles voor de mensen doen. Als de mensen geld hebben, kunnen ze een huis huren. Als mensen geen geld hebben, moeten ze op straat slapen. Ik heb zelf nog op straat geslapen. Dan heb je geen water en mensen willen je niet helpen. Je kan dan ook doodgaan. Als ik burgemeester was, zou ik ervoor zorgen dat niemand nog op straat moet slapen. Als mijn mama oud is, wil ik haar helpen met een huis en met eten. Ik wil goed voor haar zorgen.
Groetjes aan alle mensen! Michaela, 10 jaar.
Vroeger was het heel moeilijk. Nu ik de organisaties ken, hebben we alles: eten, elektriciteit, warm water, … We hebben op verschillende plaatsen in Gent gewoond. Het waren allemaal kraakpanden. Soms hadden we wel water, maar geen elektriciteit of andersom. Ik heb vijf kinderen en een man. Nu hebben we een goed leven. De organisaties hebben veel gewerkt voor ons. Onze papieren geraken in orde, de kinderen gaan naar school, want nu is er water om ze te wassen. We hebben een huis, de kinderen kunnen spelen in de tuin…
Als we vroeger naar de dienst bevolking gingen, begrepen ze ons niet. Nu komen de peters en meters mee en gaat het beter. Ook naar het ziekenhuis is Carla mee geweest. We werden daar goed behandeld. In Slowakije zijn er geen goede dokters voor ons. Ik wil hier blijven en werk vinden. Ook de kinderen willen hier blijven. Als ik terugkeerde naar Slowakije, zouden de kinderen de taal niet kennen. Ook ik ben veel van het Slowaaks vergeten. Ik wil graag beter Nederlands leren. Dat is belangrijk voor als ik wil werken en andere dingen wil doen. Misschien heb ik binnenkort werk als huishoudhulp. Mijn man wil ook graag werken. Mijn kinderen gaan elke dag naar school. Mijn oudste zoon is 12 en wil later ook gaan studeren. In Slowakije kan dat niet. Het is goed om hier samen met mijn familie te leven.
Silvia, 30 jaar.
Onze papieren zijn nu bijna in orde. Zonder de organisaties zouden we op straat moeten slapen. Vroeger hadden we geen geld en geen papieren en moesten we op straat of in het station slapen. We moesten naar de voedselbedeling gaan en bedelen om geld.
Stefan, 33 jaar.
Ik wil werken, om het even welk werk. In Slowakije hadden wij ook geen werk en geen geld. We hadden alleen 20 euro per kind per maand. Voor 4 kinderen was dat 80 euro per maand. Toen zijn we naar hier gekomen. In Slowakije is er geen werk voor ons en veel racisme. Dank aan de organisaties. We zien jullie graag.
Marcela, 29 jaar.
[1]De Brusselse Bond Recht op Wonen, die al meerdere jaren ervaring heeft in het afsluiten van bezettingen ter bede, omschrijft een ‘bezetting ter bede’ als een tijdelijke gebruiksovereenkomst. “ Leegstand is schrijnend in de ogen van mensen die nergens aan een woning kunnen geraken. Met een goed omkaderde bezetting sla je in die zin twee vliegen in één klap: er komt betaalbare woonruimte bij en de leegstand wordt terug een levendige plek. Solidair, tijdelijk ‘precair’ wonen is in die zin een oplossing geworden voor een probleem waarop de politiek al tientallen jaren geen adequaat antwoord weet te verzinnen. Op een simpele manier en zonder veel maatschappelijke kosten werden er enkele honderden ‘sociale woonplekken’ bij gecreëerd en stadskankers geneutraliseerd”.
|